Wanneer ik kijk naar de beroepskeuzeonderzoeken die ik de afgelopen jaren heb afgenomen dan is de aanleiding veelal een discrepantie tussen intelligentie, interesse en persoonlijkheid.
Jongeren en hun ouders weten het even niet meer en hebben vragen zoals:
- Kan ik mijn opleiding beter aan de havo of het mbo vervolgen?
- Van het vwo, ben ik naar de havo gegaan en nu zit ik op het vmbo. Waar komt dat toch door?
- Ik heb al twee mbo-opleidingen afgerond, maar ik kan geen leuk en passend werk vinden. Wat nu?
- Mijn mbo-opleiding heb ik bijna afgerond, maar tijdens mijn stages heb ik ontdekt dat dit werkveld niets voor mij is. Ben ik in staat om aansluitend een hbo-opleiding te doen? En zo ja, welke opleiding is het meest geschikt?
- Is een academische opleiding haalbaar voor mij? Of kan ik beter een hbo-opleiding doen?
Intelligentie
Mijn ervaring is dat in 8 van de 10 keer de crux niet in intelligentie zit. Veelal beschikken jongeren wel over de intellectuele capaciteiten die passen bij de opleiding die ze op dat moment volgen. Wel is er nog wel eens een verschil zichtbaar tussen verbaal begrip, probleemanalytisch vermogen en cijfermatig inzicht enerzijds en werkgeheugen en verwerkingssnelheid anderzijds. Niet iets om je zorgen over te maken. Iedereen heeft zo zijn kwaliteiten. Dit geeft alleen maar aanknopingspunten om bijvoorbeeld te bepalen of iemand geschikter is voor een alfa studie of een bèta studie, voor opleiding en beroep die concentratie vragen of juist voor een meer praktische route en functie.
Het komt voor dat jongeren in aanleg tot meer in staat zijn dan de opleiding die zij op dat moment doorlopen. Dit kunnen jongeren als zeer demotiverend ervaren. De leerstof, leeromgeving en medeleerlingen dagen hen dan te weinig uit. Vaak is er wel een verklaring waarom het zo is gelopen. Meestal ligt de oorzaak in persoonlijkheid en/of werkhouding.
Interesse
Het resultaat van een beroepskeuzevragenlijst geeft jongeren inzicht in hoe hun interesse in onder andere activiteiten en onderwerpen zich vertaalt in opleidingen en beroepen. Daarbij is het de kunst om verder te kijken dan alleen de beroepsrichtingen die uit een vragenlijst naar voren komt. Zo kan voorkeur voor Buitenwerk veel meer duiden op behoefte aan vrijheid en niet zozeer op belangstelling voor een functie ten behoeve van natuur en milieu. Doorvragen op wat de diverse beroepsrichtingen al dan niet aantrekkelijk maken voor de jongere, geeft meer informatie dan de uitslag van de vragenlijst alleen.
Persoonlijkheid
Hoewel de persoonlijkheid van jongeren nog in ontwikkeling is, ligt hier vaak de oorzaak van beroepskeuzedilemma’s. Het ontbreekt jongeren bijvoorbeeld aan zelfvertrouwen om de volgende stap richting volwassenheid te zetten. Te weinig vertrouwen in eigen kunnen, angst om verkeerde keuzes te maken of om verantwoordelijkheid te nemen. Moeite om een eigen koers te varen en richting te bepalen. Sommige jongeren laten zich te veel leiden door de omgeving, de verleidingen die daar op de loer liggen en de mening van anderen. Anderen zonderen zich juist te veel af en houden er eigen beelden en opvattingen op na die niet getoetst worden aan de realiteit. Daar speelt dan vaak nog doorheen dat de contacten met ouders, docenten en leeftijdgenoten niet altijd even soepel verlopen.
Mijn ervaring is dat het samen in kaart brengen van de volgende aspecten de jongeren en hun ouders helderheid verschaffen:
- Ambitieniveau
- Gerichtheid op de omgeving
- Oriëntatie op anderen
- Werkhouding en studievaardigheden
- Zelfvertrouwen en evenwichtigheid
- Gewenste begeleiding en ondersteuning in opleiding en beroep.
Door het verhaal van de jongere naast de resultaten van een persoonlijkheidsonderzoek te leggen, wordt het zelfbeeld getoetst en ontstaat inzicht. Hoewel dit confronterend kan zijn voor jongeren, merk ik dat zij dit inzicht als zeer plezierig ervaren. Helderheid, ook al is het over zaken waar je niet blij mee of trots op bent, geeft meer rust dan vage gevoelens van onbehagen die je niet kunt plaatsen. Bovendien wordt duidelijk waar de kracht ligt bij de jongere en waar ontwikkeling of juist acceptatie noodzakelijk is om de gewenste doelen te bereiken. Een gerichte keuze voor opleiding en beroep is pas mogelijk als je weet wie je bent, wat je wilt en wat je kunt!
Ik denk dat het inderdaad een combinatie is van een aantal factoren waaronder intelligentie, interesse en persoonlijke ontwikkeling. Daarom is een goede en verpersoonlijkte begeleiding nodig. Soms komt men pas gaandweg achter waar zijn of haar passie ligt. Verder is het wat dat betreft goed dat het mbo zo veel en zo goed als mogelijk studenten ervaringen wil laten opdoen in de praktijk. Want juist in de praktijk leer je jezelf het beste kennen.